Economics in One Lesson

Voorkant Economics in One Lesson Economics in One Lesson is een legendarisch economieboek van de Amerikaanse journalist en auteur Henry Hazlitt, voor het eerst verschenen in 1946 en zijn bekendste werk. Hazlitt gebruikt in dit boek de Parabel van de Gebroken Ruit om economische drogredenen aan te tonen en te weerleggen, die van oudsher leven bij politici, lobbyisten, economen en het grote publiek. Omzetting ervan in beleid richt (grote) schade aan, waarvan Hazlitt steeds een uitgebreide uiteenzetting geeft. Het boek is een feest om te lezen, door de helderheid en overtuigingskracht van Hazlitt.

Met de aardbeving in Japan herleeft bij economen, commentatoren en politici de mythe dat verwoesting goed zou zijn voor de economie, omdat de wederopbouw werkgelegenheid geeft en de vraag zou stimuleren. Herstel van schade is echter niet hetzelfde als economische vooruitgang en welvaartsgroei. Een groei van het BNP vertelt alleen hoeveel meer er is uitgegeven, niet in hoeveel meer vraag er is voorzien. De eerste hoofdstukken, "The Broken Window" en "The Blessings of Destruction", geven al een goede impressie van het boek. Alleen de industrieën die de schade mogen herstellen, zoals infrastructuur en huizen, hebben baat. Alle andere verliezen, door Hazlitt samengevat als "The glazier's gain of business, in short, is merely the tailor's loss of business."

Maar dat zie je niet, en dat is het probleem. Aannemers floreren na een aardbeving of oorlog, maar de niet-geproduceerde goederen en diensten, die er anders waren geweest en de welvaart hadden uitgebreid in plaats van het bestaande te repareren, blijven ongezien en daarom onbekend. Men kan tenslotte zijn arbeidskracht en vermogen maar aan een ding tegelijk besteden. Dat is uiteraard op grote schaal van toepassing in onder meer Japan. Want als vernietiging een zegen zou zijn, zouden we eeuwige welvaart kunnen hebben door geregeld onze steden te bombarderen, centrales op te blazen en oorlogen uit te vechten. Maar vernietiging maakt geen welvaart, doch volgt eruit. Nieuwe kapitaalgoederen worden geproduceerd en oude vervangen, omdat men innoveert en zo nieuwe technieken ontwikkelt, die meer goederen en winsten kunnen voortbrengen.

Hiertegen worden in discussies geregeld argumenten ingebracht.

1. De verbetering van producten na vernieling.
Ook als een ramp, vernieling of oorlog een verbetering van bepaalde producten of diensten oplevert, blijft dat een vorm van dwang en dalen elders de investeringen. Het ontwikkelen van betere producten, gebeurt bovendien ook geweldloos, als er bij klanten behoefte aan is, wat kan blijken uit onderzoek. Dat gebeurt in de handel voortdurend. Bastiats parabel en Hazlitts boek geven geen motieven voor vernieling. Zij spreken slechts van schade, door vandalisme gedaan, niet op wens tot verbetering.

2. Snellere vervanging van oude producten.
Dat is ook een rechtvaardiging achteraf, waar Bastiats betoog zich tegen keert. Als een eigenaar nog steeds een oud product gebruikte, had hij kennelijk andere prioriteiten dan een nieuw of verbeterd geval aanschaffen. Hem met vernieling tot vernieuwing dwingen, doet geweld aan die andere keuzes.

3. Betere infrastructuur, huizen en energievoorziening na een ramp.
Tot voor kort werden kapitaal en mensen ingezet voor andere bezigheden dan huizen en wegen opnieuw aanleggen. Kennelijk lag daar de prioriteit. Het bouwen van aardbevingsbestendige huizen kan ook zonder aardbeving en het feit dat dat niet gebeurde, is op zich geen economische tekortkoming.

4. De opbouw van een modernere productie-economie dan voor een oorlog of ramp.
Dat is een bijkomstigheid en hiervoor geldt ook al het bovenstaande. Infrastructuur, huizen, fabrieken, inventarissen en transportmiddelen worden ook gesloopt, verbeterd of vernieuwd als de eigenaren daar economische aanleiding toe zien (goedkoper werken, beter op klantwensen inspelen), zonder ramp of oorlog.

Inspiratiebronnen
Hazlitt schrijft in de Preface: Because this is a work of exposition I have availed myself freely and without detailed acknowledgment (except for rare footnotes and quotations) of the ideas of others. This is inevitable when one writes in a field in which many of the world's finest minds have labored. But my indebtedness to at least three writers is of so specific a nature that I cannot allow it to pass unmentioned.

Hij noemt expliciet drie auteurs aan wie hij schatplichtig is:
1. Frédéric Bastiat (1801-1850), de liberale Franse econoom die het essay Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas (Wat we zien en wat we niet zien; tekst in het Engels: That Which is Seen, and that Which is Not Seen.) schreef, dat dezelfde parabel en een reeks identieke hoofdstukken bevatte. Hazlitts boek is hiervan een consequente uitwerking. Ook Bastiat wees op de vaak ongeziene consequenties van overheidsoptreden.
2. Philip Wicksteed (1844-1927), wiens boek Common Sense of Political Economy, including a Study of the Human Basis of Economic Law uit 1910 een rol speelde bij de de argumenten over lonen die in diverse hoofdstukken aan de orde komen.
3. Ludwig von Mises (1881-1973), wiens werk over de verspreiding van monetaire inflatie voor Hazlitt in het bijzonder belangrijk was.

Nog een inspiratiebron voor Hazlitt is het personage The Forgotten Man, uit het gelijknamige essay van William Graham Sumner uit 1883. In dit essay is sprake van de personen A en B die besluiten dat persoon C zonder enige inspraak moet betalen voor hulp aan (de volgens A en B behoeftige) persoon D. Hazlitt komt net als Sumner op voor persoon C, de vergeten man, de dupe van de "nobele" strevens van A en B. Hazlitt doorgrondt de denkfouten die aan de hulp ten grondslag liggen en de fatale consequenties van die hulp zelf. Oorspronkelijk heette Sumners essay On the Case of a Certain Man Who Is Never Thought Of. Het is opgenomen in zijn boek What Social Classes Owe to Each Other. Dit boek bevat twee hoofdstukken die deze persoon behandelen, nrs. IX en X. Het boek is ook in Wikisource te vinden; What Social Classes Owe to Each Other. Verder is nog een essay getiteld The Forgotten Man, dat niet in de genoemde boeken staat.

Inhoud boek
Economics In One Lesson is in drie delen verdeeld. In deel één staat de centrale les, die als volgt luidt:

The art of economics consists in looking not merely at the immediate but at the longer effects of any act or policy; it consists in tracing the consequences of that policy not merely for one group but for all groups. (De kunst van economie bestaat eruit om niet alleen te kijken naar de onmiddellijke effecten, maar naar die op lange termijn; zij bestaat uit het traceren van de gevolgen van dat beleid niet voor één groep, maar voor alle groepen.)

In deel twee past Hazlitt deze les toe op de economische overtuigingen die veel mensen hebben en op een groot aantal concrete gevallen van overheidsingrijpen in de vrije markt. Hazlitt schetst de beweegredenen hiervoor en de beoogde mensen of groepen die men hiermee wil helpen of juist bestraffen. Voorbeelden zijn oorlogen, ontslagen bij de overheid, het bevorderen van export, publieke werken, bemoeienis bij loonvorming, het redden van industrieën en minimumloonwetgeving. Ook jegens mechanisatie, spaarders en winsten bestaan schadelijke vooroordelen.

De kern van zijn boek is dat hij laat zien dat deze overheidmaatregelen en -activiteiten, ondanks vaak goede bedoelingen, schade aan anderen aanrichten en dat dit niet wordt begrepen en over het hoofd gezien. De samenleving als geheel wordt er zelfs slechter van. Dit beargumenteert Hazlitt uitgebreid. Daarbij bestaat er geen free lunch en heeft aanwending van schaarse middelen zijn alternatieve kosten. Algemeen gekoesterde economische standpunten blijken vaak drogredenen te zijn, gebaseerd op onjuiste vooronderstellingen, misinterpretaties en selectief waarnemen. Het praktiseren ervan door politici en beleidsmakers leidt tot grote economische schade. Alleen zien zij deze schade en/of misgelopen voordelen niet of negeren deze en blijft dit ook onbekend en onzichtbaar voor het grote publiek. Propaganda en lobbyisme zorgen hierbij voor sterk gekleurde opvattingen en verdoezeling bij velen.

Deel drie van het boek bevat, afhankelijk van de uitgave, een samenvattende beschouwing op de les en de uitwerking ervan in de behandelde economische praktijken. Verder een kort hoofdstuk met literatuurverwijzingen en in de editie vanaf 1978 ook een nabeschouwing op de les, ruim 30 jaar na de eerste uitgave van het boek.

Het boek promoot weliswaar de vrije markt, maar is geen anarchokapitalistisch boek: Hazlitt toont zich voorstander van het verlenen van diensten door overheden waar burgers wat aan hebben, zoals politie, infrastructuur en onderwijs. Zijn boek dient als bewijs van helder economisch denken. Het is bedoeld voor iedereen en vereist geen voorafgaande economische kennis bij de lezer.

Walter Block noemt Economics in One Lesson het belangrijkste economieboek ooit, wegens de wetenschappelijke betekenis. Hij werd er zelf door geïnspireerd om economie als wetenschap te gaan zien. Bovendien is zijn boek Defending the Undefendable, in het Nederlands vertaald als Ter Verdediging, gebaseerd op Hazlitts boek. Daar waar Hazlitt zich tot een breed publiek richtte met heldere uiteenzettingen over alledaagse economische drogredenen, doet Block dat met het non-agressieprincipe. Veel onderwerpen en argumenten van Hazlitt zijn ook bij Block te vinden.

Online edities van Economics In One Lesson
* Economics In One Lesson, oorspronkelijke uitgave uit 1946 van uitgeverij Harper & Brothers in pdf (7 MB); Hispanic American Center for Economic Research.
* Economics In One Lesson, online editie van de uitgave uit 1952 in html, Foundation for Economic Education.
* Economics In One Lesson, editie uit 1978, website Saigontre.com.
* Economics In One Lesson, samenvatting van het boek in pdf, homepage professor Timothy B. Lewis, Southern Utah University.

Recensies
* Economics in One Lesson Is Still Relevant, opiniestuk door Art Carden, Mises Institute, 6 oktober 2008.
* Economics in one lesson, video's met en over Economics in one Lesson op YouTube.
* Economics in one Lesson, overzicht met video's van de eerste twaalf hoofdstukken.


                                                                             Inhoud per hoofdstuk

Nr
Titel
Samenvatting inhoud
Preface Hazlitt analyseert met zijn boek economische drogredenen, die wijdverspreid zijn en bijna zelf een nieuwe leer vormen; doch zover is het nog niet gekomen: "The one thing that has prevented this has been their own self-contradictions, which have scattered those who accept the same premises into a hundred different "schools," for the simple reason that it is impossible in matters touching practical life to be consistently wrong."

Hij wil geen specifieke namen van economen noemen, maar concentreert zich op de denkfouten uit hun werken: "When analyzing fallacies, I have thought it still less advisable to mention particular names than in giving credit. To do so would have required special justice to each writer criticized, with exact quotations, account taken of the particular emphasis he places on this point or that, the qualifications he makes, his personal ambiguities, inconsistencies, and so on."

Grappig genoeg noemt Hazlitt een reeks namen, waaruit een en ander is af te leiden: "I hope, therefore, that no one will be too disappointed at the absence of such names as Karl Marx, Thorstein Veblen, Major Douglas, Lord Keynes, Professor Alvin Hansen and others in these pages."

Niettemin zijn de geanalyseerde denkfouten niet meer persoonsgebonden, benadrukt Hazlitt.

1The LessonDe kunst van economie is dat men óók kijkt naar de effecten van handelingen op lange termijn en voor alle groepen mensen. Drogredenen en misvattingen, door allerlei belangen bij uitstek in het economisch denken aanwezig, verhinderen dit.
2The Broken WindowSchade door vandalisme bevoordeelt een partij, maar benadeelt anderen en zelfs de hele samenleving. De vervangingskosten voor de schade worden niet besteed aan uitbreiding van de welvaart. Dit misgelopen voordeel blijft onzichtbaar en daardoor onbekend.
3The Blessings of DestructionOorlog is schade in het groot. Herstel betekent geen welvaartsgroei, maar slechts –verplaatsing naar de industrieën die van de vernietiging profiteren, ten koste van andere.
4Public Works Mean TaxesWerkgelegenheidsprojecten van overheden halen elders werk en productiviteit weg: door de belastingen die de burgers ervoor betalen, dalen hun eigen uitgaven.
5Taxes Discourage ProductionBelastingen minderen productie, innovatie en ondernemerschap; dit remt nieuwe werkgelegenheid en welvaartsgroei af. Werknemers werken en consumeren minder, de werkloosheid neemt toe.
6Credit Diverts ProductionOverheidskredieten negeren de kredietonwaardigheid van de ontvanger, verplaatst schaars kapitaal naar zwakkere producenten, doen de welvaart dalen en zijn risicovoller omdat bureaucraten niet hun eigen geld uitlenen.
7The Curse of MachineryMachines en automatisering vernietigen geen werk: producenten en consumenten besteden de kostenbesparingen elders en bevorderen daar de werkgelegenheid. Machines geven ook nieuw werk en verhogen lonen en productiviteit, dus de welvaart.
8Spread-the-Work SchemesDe werkhoeveelheid in de wereld is onbegrensd omdat de menselijke behoeften dat zijn. Kunstmatige werkgelegenheid of een kortere werkweek tegen volledig loon verhogen de productiekosten en leiden tot faillissementen, werkloosheid, minder aanbod en hogere prijzen.
9Disbanding Troops and BureaucratsMinder militairen en ambtenaren leiden, bij lagere belastingen en een vrije arbeidsmarkt, niet tot werkloosheid, maar tot grotere productiviteit, werkgelegenheid en welvaart.
10The Fetish of Full EmploymentVolledige werkgelegenheid is geen zinvol doel, maar hoogstens bijproduct van een zo groot mogelijke productiviteit (welvaart), van oudsher het streven van de mens.
11Who's "Protected" by Tariffs?Importheffingen stopzetten schaadt weliswaar de ene industrie, maar baat andere: consumenten importeren goedkoper en houden geld over. Dit stimuleert de internationale arbeidsverdeling, export, efficiency, lonen en welvaart.
12The Drive for ExportsImport en export zijn communicerende vaten. Overheidsleningen aan andere landen om de export daarheen te bevorderen en exportsubsidies, begunstigen selectief de eigen export-industrie. Alleen met productiviteit en specialisatie is een goede handelsbalans met andere landen op te bouwen.
13"Parity" PricesWettelijke prijskoppeling (zoals garantieprijzen voor boeren) houdt geselecteerde prijzen onnodig hoog, begunstigt producenten ten koste van andere en van consumenten en ontmoedigt productie.
14Saving the X IndustryAchterhaalde en verliesgevende industrieën redden betekent een marktverstorende garantieprijs invoeren, transfers van geld naar de slecht presterende begunstigden, minder efficiënt kapitaalgebruik en dalende welvaart.
15How the Price System WorksVraag en aanbod bepalen de prijzen (vice versa) en zo het gebruik van schaarse middelen als kapitaal, arbeid en grondstoffen. Het prijsmechanisme lost het allocatievraagstuk automatisch, democratisch en voor iedereen op. Bureaucraten grijpen arbitrair in en bevoordelen of benadelen slechts selectief partijen.
16"Stabilizing" CommoditiesSpeculanten vangen de risico's van prijsschommelingen op in de grondstoffen- en de seizoensgebonden landbouwsector. Overheidsingrijpen steunt zwakkere producenten en leidt tot overschotten in de voorraden, maar tekorten, hogere prijzen en minder kopers op de markt. Deze verstoring van vraag en aanbod versterkt de instabiliteit.
17Government Price-FixingMaximumprijzen onder marktniveau stimuleren de vraag, maar ontmoedigen aanbod en creëren grote schaarste. Rantsoenen, prijscontroles op productiekosten, subsidies en algehele prijscontroles hiertegen ontwrichten dit nog verder. Een vrij prijsmechanisme zonder verstoring, zorgt voor een probleemloze en optimale verdeling van goederen.
18What Rent Control DoesHuurcontroles bevoordelen alleen bestaande huurders die zo ruimte kunnen verspillen en woningzoekenden uitsluiten. Ze ontmoedigen ook concurrentie tussen huurders. Verhuurders bouwen, verhuren en onderhouden er steeds minder huizen door; hele wijken en steden verloederen zo.
19Minimum Wage LawsLage lonen zijn voor werknemers soms hun beste optie. Een minimumloon maakt degenen die daartegen niet kunnen produceren, werkloos. Doorberekening aan klanten verlaagt de verkopen en leidt faillissementen en werkloosheid. Alleen hogere arbeidsproductiviteit verhoogt lonen duurzaam.
20Do Unions Really Raise Wages?Vakbondslonen helpen niet alle werknemers in de samenleving (en algemene loonstijgingen geven niemand voordeel), omdat zij meer tot standkomen door eenzijdige politieke macht dan door productiviteitsgroei. Loonsverhogingen rekent men door aan de klant, die ook werknemer is en minder besteedt, daardoor groeit de werkloosheid.
21"Enough to Buy Back the Product"Meer loon zonder prijsverhoging tast winst en werkgelegenheid aan; hogere prijzen schrikken kopers af met hetzelfde effect. Geldgroei verhoogt de prijzen zonder nieuwe werkloosheid, maar doet de reële lonen dalen, ontmoedigt ondernemers en productie en geeft hoogstens tijdelijk loonvoordeel. De beste lonen optimaliseren productiviteit en werkgelegenheid.
22The Function of ProfitsWinsten hebben ten onrechte een slechte naam; veel ondernemers verdienen zelfs minder dan werknemers. Een vrije markt doet "excessieve" winsten automatisch dalen door de concurrentie. Winsten hebben dezelfde functie als het prijsmechanisme: de allocatie van schaarse middelen naar producten waar de meeste vraag naar is en zo het oplossen van tekorten.
23The Mirage of InflationGeld is niet hetzelfde als rijkdom; echte welvaart zit in de koopkracht van geld, dus in de goederenhoeveelheid. Geldgroei (inflatie) via kredieten bevoordeelt de vroege ontvangers ervan, die kopen tegen de oude, lage prijzen. Latere ontvangers wier inkomens niet stijgen met de geldgroei, lijden schade. Geldgroei ontwricht de economie wegens overinvesteringen en leidt tot een onvermijdelijke crisis.
24The Assault on SavingSparen is productie- en dus welvaartsverhogende consumptie en zorgt ook voor werkgelegenheid. Sparen maakt geen recessies, maar is er vaak gevolg van. Rente is de prijs voor geleend geld en alleen de marktrente is deugdelijk. Door kunstmatig lage rentes en geldgroei (via overheden en/of centrale banken) stijgen de vraag en de prijzen, maar dalen aanbod en spaarquote en nemen schulden toe.
25The Lesson RestatedEconomie als wetenschap herkent secundaire consequenties en implicaties, niet alleen in speciaal belang en op korte termijn, maar in algemeen belang en op lange termijn. Deze implicaties (van beleid, ideeën, uitspraken) zien is voor velen een probleem, wat dit boek bewijst. De uitkomst mag heten dat gezond economisch verstand correct is en dat wie niet oppervlakkig, maar goed over economie nadenkt, tot dezelfde conclusies komt als Hazlitt.
26The Lesson After Thirty Years (1978)De balans van ruim dertig jaar sinds de eerste publicatie van Economics In One Lesson is uiterst negatief: in beleid, argumentatie en denkwijzen worden nog steeds grootschalig dezelfde fouten gemaakt als in 1946. De enorme inflatie (geldgroei) omwille van politieke belangen, met al zijn economische ontwrichting, is maar een van de vele bewijzen. Alle drogreden die Hazlitt ontmaskerde worden nog steeds gepraktiseerd.
27A Note on Books Hazlitt beveelt een aantal boeken aan, waaronder werken uit de Oostenrijkse School.

Naar de hoofdpagina

© RatioVincit.nl, graag citeren met bronvermelding

html 4.01 goedgekeurd